Thursday, May 03, 2007

OHRA biedt gezinnen in problemen nu ook 'gezinsmanager'

Ruim 40% van huishoudens niet voorbereid op arbeidsongeschiktheid:
OHRA biedt gezinnen in problemen nu ook 'gezinsmanager'

OHRA biedt vanaf vandaag gezinnen die onverwachts in problemen komen door arbeidsongeschiktheid direct bescherming en continuïteit door een gezinsmanager, 'nanny service' en andere vormen van praktische gezinshulp beschikbaar te stellen. Daarbij is ook inbegrepen een vast maandelijks bedrag om bij de financiële terugval door arbeidsongeschiktheid de maandelijkse vaste lasten te kunnen blijven betalen. Aanleiding is de schokkende uitkomsten van een onderzoek dat op verzoek van OHRA door Trendbox werd uitgevoerd naar de mate waarin huishoudens voorbereid zijn op arbeidsongeschiktheid en onverwachte problemen die het reilen en zeilen van het gezin in gevaar brengen.

Ruim 40% van de Nederlandse huishoudens is slecht of niet voorbereid op arbeidsongeschiktheid. Meer dan 30% geeft aan dat het gezin in de financiële problemen zal komen indien de kostwinner arbeidsongeschikt zou raken. Een even groot percentage heeft niet in kaart gebracht welke zaken praktisch geregeld moeten worden om de continuïteit van het gezin te waarborgen. Te denken valt aan kinder- en naschoolse opvang en praktische huishoudelijke taken.

Daarbij blijken veel mensen zich wel bewust van de financiële risico's van arbeidsongeschiktheid voor hun gezin, maar niet kiezen voor een inkomensverzekering vanwege de hoge kosten, de complexiteit en onzekerheid over de termijn van uitkering. Frank Elion, directievoorzitter van OHRA, is stellig: 'Consumenten willen gewoonweg niet te veel betalen maar tegelijkertijd vindt OHRA wel dat ze recht hebben op een verzekeringsproduct dat exact doet waar je behoefte aan hebt. In dit geval je gezin beschermen en continuïteit bieden. Niet meer en niet minder. De 'Gezinsmaandlasten Beschermer' is in dat opzicht geen traditionele inkomensverzekering omdat OHRA bij een calamiteit praktische zaken uit handen neemt.'

Elion benadrukt dat de onderzoeksuitkomsten overduidelijk de behoefte aangeven aan meer transparante en eenvoudige verzekeringsproducten die een directe oplossing bieden voor een acuut probleem. En niet verzekeren wat niet verzekerd hoeft te worden. 'De eenvoud van dit product stelt je zonder berekeningen in staat direct te zien waar je bij arbeidsongeschiktheid recht op hebt.'

Belangrijkste gezinszaken geregeld
De nieuwe 'Gezinsmaandlasten Beschermer' van OHRA zorgt ervoor dat het inkomen van de kostwinner na twee jaar zoveel mogelijk op peil blijft door een vaste, vooraf bepaalde uitkering (500 euro of 1000 euro per maand). Het gezin kan zo doorleven zoals het gewend was. Deze vaste bijdrage aan de maandlasten loopt gedurende tien jaar. Daarnaast zorgt OHRA dat iemand direct na een ongeval de dagelijkse belangrijke 'regel- en doezaken' oppakt. Deze gezinsmanager zorgt ervoor dat in de eerste twee weken alle belangrijke gezinszaken worden geregeld. Elion: 'Denk daarbij aan het regelen van thuiszorg, de papierwinkel rond de AWBZ en andere financiële zaken, maar ook boodschappen en de zorg voor kinderen en huisdieren. De klant bepaalt welke zorg hij nodig heeft. OHRA faciliteert.'

Continuïteit voorop
Als premium biedt OHRA verzekerden de mogelijkheid onbeperkt gebruik te maken van de gratis Juridische Helpdesk. 'Een service die wij samen met DAS hebben opgezet. De verzekerde kan daar onbeperkt juridische vragen stellen over zaken die het gezinsleven betreffen', aldus Elion.

De 'Gezinsmaandlasten Beschermer' is deels fiscaal aftrekbaar en daardoor stappen gezinnen al in voor ongeveer Euro 20 per maand netto. Elion: 'Wij vinden dat gezinnen onbekommerd moeten kunnen leven. De continuïteit van het gezin staat in dit product voorop, en daarom hebben we gekozen voor een heel scherpe prijsstelling. Voor twee tientjes per maand weet je dat je gezin voor de meest directe gevolgen van arbeidsongeschiktheid behoed blijft. En dat blijkt iets te zijn dat veel mensen aanspreekt.'

Wednesday, April 25, 2007

ZZP Nederland zorgt voor collectieve verzekering zelfstandigen

Alternatief voor arbeidsongeschiktheidsverzekering kleine zelfstandigen en zelfstandigen zonder personeel

Veel mensen die een onderneming willen starten lopen tegen onzekerheid aan. 'Hoe kan ik mijn vaste lasten betalen als ik ziek ben en dus geen inkomen heb?' Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is voor een kleine ondernemer niet te betalen. ZZP Nederland heeft daar nu een nieuwe oplossing voor: het Zelfstandigenplan.

Het Zelfstandigenplan is een collectieve inkomensverzekering voor zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel) en kleine zelfstandigen, het product van maandenlang onderhandelen met diverse verzekeringsmaatschappijen. ZZP Nederland presenteert het als alternatief voor een onbetaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Volgens Johan Marrink van ZZP Nederland werd dat hoog tijd: 'Mensen die zelfstandig willen worden, bezoeken vaak onze website www.zzp-nederland.nl voor allerlei vragen over het opzetten van een onderneming als zzp-er. Vrijwel altijd als wij persoonlijk contact hebben met mensen die overwegen om zelfstandig te worden, komt de onzekerheid naar boven.'

'Onzekerheid is het grootste struikelblok voor ondernemers. Hoe kom ik niet in problemen als ik ziek word of als ik een ongeluk krijg waardoor ik lange tijd niet kan werken, is een veel voorkomende vraag. Natuurlijk is een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering een oplossing maar die is voor startende ondernemers over het algemeen óf niet verkrijgbaar óf niet te betalen. Inmiddels hebben we een aardige oplossing: het Zelfstandigenplan.'

Het Zelfstandigenplan is een nieuw fenomeen in Nederland. Het is een verzekeringspolis die via ZZP Nederland kan worden afgesloten met een collectieve korting en die voorziet in een uitkering na dertig dagen wachttijd. Voor alle duidelijkheid: Het Zelfstandigenplan is geen arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar een verzekering voor het dekken van vaste lasten, mocht de ondernemer onverhoopt een ongeval overkomen of in geval van ziekte.

Met het Zelfstandigenplan kunnen zelfstandigen hun vaste lasten laten verzekeren plus 500 euro voor zaken als boodschappen etc. Deze polis keert uit in geval van ziekte en ongeval. Ook hoeft men geen medische keuring te ondergaan. De premie is zeer betaalbaar voor zzp-ers en is een goed alternatief. In ieder geval is de zzp-er verzekerd van een basisuitkering waardoor men minder snel in problemen raakt.

Een voorbeeld: Voor een dekking van 1500 euro vaste lasten en 500 euro losse uitgaven, dus een totale dekking van 2000 euro per maand kost een verzekeringspremie nog geen 100 euro per maand met een polisduur van 5 jaar. Hierin is wel het voordeel meegerekend voor de mensen die aangesloten zijn bij ZZP Nederland. Ter vergelijking: voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering betaalt men al snel 400 - 500 euro per maand.

De verzekering is via de website www.zzp-nederland.nl aan te vragen.

Tuesday, April 24, 2007

Veel vraag naar medische missers

Meer transparantie nodig in kwaliteit van zorg

Leeuwarden - De aandacht in de media over medische missers heeft zijn uitwerking op de consument niet gemist, zegt verzekeraar FBTO. Als enige in Nederland biedt de internetverzekeraar een specifiek te sluiten rechtshulpverzekering aan die medische missers dekt. Het aantal bezoekers op de website dat zich specifiek richt op dit onderwerp is in de afgelopen dagen met enkele duizenden hits explosief te noemen. Telefonisch ontvangt FBTO enkele tientallen vragen per dag. 'Veel consumenten zijn onwetend over de mogelijkheid om zich te verzekeren van juridische bijstand bij medische missers', aldus FBTO.

Kwaliteit van zorg
FBTO roept op om meer kwaliteitsonderzoek te doen naar de geleverde kwaliteit van het medisch handelen in Nederland, maar bovenal ook naar meer transparantie. Er is al enig inzicht via de prestatie-indicatoren opgesteld door de beroepsorganisaties, maar er is geen eenduidig kwaliteitssysteem waar daarnaast ook patiëntbeoordelingen in staan. 'Wij stimuleren de consument om zelf via internet keuzes te maken. Zij moeten daarbij de kwaliteit van de zorgaanbieders wel goed met elkaar kunnen vergelijken'. Daar ontbreekt het nu regelmatig aan, zegt de verzekeraar.

Monday, April 23, 2007

VWS neemt signalen serieus en acht verschillen grote steden versus platteland plausibel.

De AWBZ-zorg voor bewoners van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht dreigt de komende jaren te verschralen als niet méér rekening wordt gehouden met de specifieke zorgvraag en de hogere kosten in grote steden. Dit stellen Agis, Achmea en het Platform Zorginstellingen Grote Steden naar aanleiding van onderzoek, dat zij vrijdag jl. aanboden aan VWS. De partijen roepen de staatssecretaris van VWS op om het financieringsmodel aan te passen zodat bewoners in grote steden ook in de toekomst voldoende AWBZ-zorg krijgen.

Agis en het Platform Zorginstelling Grote Steden (PZGS) lieten een onderzoek uitvoeren naar de AWBZ-zorg in grote steden. Daaruit blijkt dat de omvang en aard van de AWBZ-zorg in grote steden sterk afwijkt van andere gebieden in Nederland. In grote steden is de gezondheid van mensen in het algemeen slechter, komen meer achterstandswijken voor en wonen meer alleenstaanden. Verder wonen in grote steden meer mensen met een lager inkomen en kennen steden een grote diversiteit aan nationaliteiten en culturen. Al deze factoren zorgen voor een grotere en meer diverse behoefte aan AWBZ-zorg voor grootstedelijke bewoners. Die behoefte zal de komende jaren alleen nog maar groeien.

Hogere kosten
Uit het onderzoek blijkt verder dat zorginstellingen in grote steden te maken hebben met in totaal zeker 10% hogere kosten dan instellingen elders in het land. Zo liggen de personeelskosten in de stad beduidend hoger door onder andere de zorgzwaarte en de grotere onderlinge concurrentie op de arbeidsmarkt in de steden. Ook de kosten voor leven en wonen in de stad zorgen voor hogere salariskosten. Verder hebben de instellingen in de grote steden te maken met fors hogere kosten voor huisvesting.

Zorgvraag
Het onderzoek bevestigt dat de AWBZ-zorg voor mensen in grote steden duurder en complexer is dan elders in Nederland. Bij de verdeling van de AWBZ-gelden door VWS wordt echter geen rekening gehouden met verschillen in kosten of de specifieke zorgvraag. Het geld voor de AWBZ gaat op dit moment dus onvoldoende uit van de zorgvraag van de cliënt. De hogere kosten van grootstedelijke zorginstellingen betekent ook dat verhoudingsgewijs minder geld beschikbaar is voor de zorg in vergelijking met andere gebieden in Nederland. Omdat de behoefte aan AWBZ-zorg in de grote steden alleen maar toeneemt, dreigt hierdoor een verschraling van de zorg. Inwoners van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht lopen het risico minder zorg te krijgen dan inwoners elders in Nederland. Een situatie die absoluut voorkomen moet worden, aldus Agis, Achmea en PZGS.

De partijen hebben het rapport vrijdag 20 april jl. aangeboden aan het Ministerie van VWS. Zij roepen VWS op om bij de verdeling van de AWBZ-gelden meer rekening te houden met verschillen in de zorgvraag en kostprijs. Agis, Achmea en PZGS pleiten dan ook voor het ontwikkelen van een objectief verdeelmodel dat recht doet aan regionale verschillen. In het gesprek gaf VWS aan de signalen serieus te nemen. Ook acht het Ministerie het plausibel dat er regionale verschillen bestaan in kosten en zorgvraag en -zwaarte.

Tuesday, April 17, 2007

Menzis start met 75 huisartsen Diabetes Zorggroepen

Vanaf deze maand kunnen ruim 6000 patiënten met diabetes voor goed afgestemde diabeteszorg terecht bij één van de vijf Diabetes Zorggroepen van de 75 huisartsen in de regio Almelo. Vandaag ondertekenen de huisartsen en zorgverzekeraar Menzis hiervoor een contract. Tussen april en juni 2007 worden de Diabetes Zorggroepen opgestart, zodat uiterlijk in september alle in de regio Almelo wonende diabetespatiënten van deze vernieuwde zorg kunnen profiteren.

Samenwerking
Diabetes is een complexe aandoening. Het is daarom van essentieel belang dat de samenwerking tussen de verschillende zorgverleners én de patiënt optimaal is om de patiënt in een goede gezondheidstoestand te houden. Dit is belangrijk om complicaties van diabetes, zoals een hartinfarct of een beroerte, maar ook blindheid, voetamputatie of nierdialyse te voorkomen.

Volgens Bas Leerink, directeur Zorgmanagement van Menzis verhoogt een optimale afstemming van de diabeteszorg niet alleen de kwaliteit van de zorg, maar bevordert de kwaliteit van leven van diabetespatiënten. 'Als de zorgverleners goed samenwerken en elkaar goed op de hoogte houden van de behandeling kunnen complicaties worden voorkomen,' aldus Bas Leerink.

Diabetes Zorggroep
Circa 75 van de 80 huisartsen in de regio Almelo hebben zich verenigd in vijf Diabetes Zorggroepen. Twee groepen in Almelo en omgeving, een groep in Nijverdal-Hellendoorn, een groep in Twenterand-Tubbergen en één in Rijssen.

In een Diabetes Zorggroep werken de huisarts en de praktijkondersteuner nauw samen met een diëtist, diabetesverpleegkundige, internist en oogarts. Onder regie van de huisarts worden voor elke diabetespatiënt duidelijke samenwerkingsafspraken gemaakt, zodat de diabeteszorg goed op elkaar is afgestemd. Voor de uitwisseling van de laatste stand van zaken per patiënt maken alle betrokken zorgverleners gebruik van een nieuw elektronisch patiëntendossier, waarin zij allen hun gegevens vastleggen. Vanaf de zomer zal ook de patiënt zelf toegang krijgen tot zijn eigen dossier, zodat hij ook zelf een actieve(re) rol kan spelen bij de zorg voor zijn diabetes.

Elektronisch patiëntendossier
De Diabetes Zorggroepen maken voor de onderlinge afstemming van de zorg gebruik van een nieuw samenwerkingsmodel en een bijpassend, ondersteunend elektronisch patiëntendossier (EPD). Dit EPD is ontwikkeld door twee bedrijven, Diagnosis4Health (D4H) voor de inhoud, organisatie en implementatie en VitalHealth voor de programmatuur. Het EPD wordt met behulp van trainingen en ondersteuning bij de eerste spreekuren door D4H geïmplementeerd bij alle deelnemende huisartsen. D4H werkt al vier jaar in ruim 600 huisartspraktijken door het hele land aan de verbetering van de zorgkwaliteit voor diabetespatiënten.

Friday, March 30, 2007

Menzis: Uitbetaling teruggaaf No Claim tijdig afgerond

De verrekening van de No Claim 2006 bij Menzisverzekerden verloopt soepel. Sinds begin maart zijn alle 1.616.000 Menzisverzekerden van 18 jaar en ouder geïnformeerd over hun No Claimteruggaaf. 909.000 verzekerden krijgen gemiddeld 181 euro retour. Menzis heeft de teruggaaf inmiddels uitgekeerd.

No claim is oneerlijk
Menzis vindt dat de No Claimregeling als instrument om mensen te stimuleren bewuster om te gaan met zorgkosten niet werkt. 707.000 verzekerden van 18 jaar en ouder hebben in 2006 méér zorgkosten gebruikt dan 255 euro en ontvangen geen No Claim retour. Hieronder zijn veel ouderen en chronisch zieken. Roger van Boxtel, bestuursvoorzitter van Menzis vindt de No Claimregeling daarom oneerlijk: 'Ouderen en chronisch zieken weten bij voorbaat dat ze nooit iets zullen terugkrijgen. Daarom ben ik blij dat de regering de No Claimregeling per 1 januari 2008 wil afschaffen.'

Verrekening achteraf
Voor sommige verzekerden vindt later dit jaar alsnog een verrekening plaats met de inmiddels ontvangen No Claimteruggaaf. Dit komt doordat de afrekening van het ziekenhuis of specialist nog niet verwerkt was bij het opmaken van de No Claimteruggaaf. Dit heeft te maken met het feit dat een DBC (Diagnose Behandeling Combinatie), geopend voor een behandeling in het ziekenhuis, nog niet is afgesloten en daardoor nog niet is gedeclareerd. Verzekerden zijn hierover geïnformeerd in de brief die ze hebben ontvangen over de verrekening van de No Claim.

Friday, March 23, 2007

OCA & Agis bieden beweegprogramma's voor mensen met chronische aandoeningen & senioren

In samenwerking met Agis Zorgverzekeringen heeft OCA speciale beweegprogramma's ontwikkeld voor mensen met een chronische aandoening: reuma, diabetes, overgewicht. De OCA Beweegprogramma's zijn gericht op het beïnvloeden en activeren van het beweeggedrag van chronisch zieken. Ook is er een speciale module ontwikkeld voor senioren.

Agis-verzekerden met chronische aandoeningen (reuma, diabetes, overgewicht) en senioren (65-85 jaar) komen in aanmerking voor de OCA Beweegprogramma's na verwijzing van de huisarts en/of medisch specialist. De OCA Beweegprogramma's zijn gericht op het beïnvloeden en activeren van het beweeggedrag van deze specifieke doelgroepen. Het is een individueel en persoonlijk programma dat bestaat uit activiteiten die gericht zijn op verantwoord bewegen, het verhogen van de belastbaarheid en de mobiliteit.

Over OCA
OCA is een onafhankelijk specialist op het gebied van preventie en vitaliteit. Zij heeft unieke programma's ontwikkeld voor het behandelen van klachten en belemmeringen aan het bewegingsapparaat, en voor chronische en psychosomatische aandoeningen van de mens. Met een team van 250 gedreven professionals (fysiotherapeuten en psychologen) is OCA baanbrekend in visie en werkwijze. Daarbij staan de eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de cliënt centraal. Deze actieve aanpak levert snel resultaat op en leidt tot een structurele verhoging van de belastbaarheid van de cliënt.

Thursday, March 22, 2007

Peuter Tandzorgplan Univé pakt verslechterende gebitten jeugd aan

Peuters Texel welkom in tandartsbus

Den Burg. Vandaag zijn de eerste Texelse peuters ontvangen in de tandartsbus van de Stichting Jeugdtandverzorging Texel. Tot op heden werd de bus alleen ingezet bij basisscholen. Dat er nu ook structureel tandzorg in de bus wordt verleend aan peuters, is te danken aan het Peuter Tandzorgplan van de Noord-Hollandse Tandartsen Vereniging en Univé Zorgverzekeringen. Het Tandzorgplan heeft als doel om de toename van gaatjes en tandbederf bij de jeugd tegen te gaan.

11)'Vanaf twee jaar naar de tandarts'is de titel van het Peuter Tandzorgplan van Univé en de Noord-Hollandse Tandartsen Vereniging dat eind vorig jaar van start ging. Om de toename van gaatjes en tandbederf bij de jeugd tegen te gaan, ontvangen kinderen in Noord-Holland Noord en op Texel voortaan op tweejarige leeftijd bij het consultatiebureau een oproepkaart voor een eerste bezoek aan de tandarts. Posters en folders bij de consultatiebureaus en tandartsen wijzen ouders op het belang van tandartsbezoek.

De situatie op Texel vroeg echter om een oplossing op maat. De Texelse jeugd is gewend om naar de tandartsbus te gaan die periodiek bij de basisscholen voorrijdt. De peuterscholen werden niet bezocht en daardoor kwamen kinderen vaak pas op vierjarige leeftijd voor het eerst bij de tandarts. Te laat, volgens de initiatiefnemers van het Peuter Tandzorgplan, veel kwaad is dan al geschied door een gebrek aan goede voorlichting en verkeerde poets- en eetgewoontes. De Stichting Jeugdtandverzorging Texel en de tandartsen op Texel werken graag mee aan het nieuwe tandzorgplan voor de allerkleinsten. Tandarts Coen Hendriks, die vandaag de eerste peuters ontving:'We zijn erg blij dat de samenwerking tussen de verschillende partijen er voor zorgt dat alle peuters op Texel worden bereikt. We hebben de afgelopen jaren samen met de Stichting Jeugdtandverzorging Texel al geprobeerd de peuterzorg meer onder de aandacht te brengen. Peuters met tandbederf werden naar ons doorverwezen en door ons behandeld. We kunnen nu veel gebitsproblemen voorkomen omdat we er op tijd bij zijn'.

Univé is verheugd over het enthousiasme waarmee de consultatiebureaus en de tandartsen de peutertandzorg oppakken. Op landelijk niveau heeft Univé samen met fusiepartners VGZ-IZA-TRIAS een actieve lobby gevoerd om het halfjaarlijks onderzoek voor volwassenen weer op te nemen in de basisverzekering. In de praktijk blijkt dat ouders hun kinderen vanzelfsprekend meenemen bij deze halfjaarlijkse controle. De lobby lijkt succesvol want in het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet is de herinvoering van de halfjaarlijkse controle benoemd.

KNGF: ONVZ dupeert fysiotherapiepatiënten

Ziektekostenverzekeraar ONVZ wil vergoedingen voor o.a. fysiotherapie gaan beperken. ONVZ zegt vorig jaar verlies te hebben geleden door onverwachte overconsumptie. Het KNGF is hierover verbaasd omdat landelijk onderzoek aantoont dat er geen overconsumptie is voor fysiotherapie. Bovendien vindt het KNGF dat ONVZ hun marktrisico onterecht afwentelt over de rug van de fysiotherapiepatiënt. ONVZ moet daarom deze maatregel per direct intrekken.

Fysiotherapeut is noodzakelijke zorg
ONVZ beperkt het aantal bezoeken dat een patiënt aan de fysiotherapeut mag brengen. Daarmee blokkeert ONVZ de weg naar fysiotherapeutische zorg die voor patiëntengroepen noodzakelijk is. Fysiotherapeuten leveren kwalitatief hoogwaardige gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Bovendien beperkt fysiotherapie hogere kosten elders in de zorg en de WAO.

Geen overconsumptie fysiotherapie
Uit onderzoek naar de landelijke consumptie van fysiotherapie blijkt dat het aantal fysiotherapiepatiënten stabiel is en dat er geen overconsumptie plaats vindt.

Onverantwoordelijk
Het KNGF vindt dat ONVZ onverantwoordelijk handelt ten opzichte van de patiënt. Fysiotherapiepatiënten hebben op grond van hun zorgbehoeften bewust gekozen voor ONVZ. Zij maken daarmee een afspraak met ONVZ over de financiering van essentiële zorg. ONVZ komt die afspraak nu niet na. De patiënt wordt daarmee ernstig gedupeerd.
Het KNGF dringt er daarom bij ONVZ op aan om de maatregel zo spoedig mogelijk in te trekken.

Over het KNGF
Het KNGF behartigt de belangen van ongeveer 20.000 fysiotherapeuten. Vanuit het hoofdkantoor in Amersfoort en vanuit zes regiokantoren biedt het KNGF ondersteuning op beroepsinhoudelijk, sociaal-maatschappelijk en economisch gebied.

Thursday, March 08, 2007

Weet jij wat je bloedgroep is

Gennep (8 maart 2007) Zowel Easy Home Test als Test-Point introduceren vandaag de bloedgroep test. Met deze test is het mogelijk thuis snel en eenvoudig de bloedgroep te bepalen. Ruim de helft van de Nederlanders weten niet wat hun bloedgroep is. Omdat het iets van jezelf is, willen veel mensen het toch weten. Alleen komt het er niet van om het te laten bepalen. Vanaf vandaag is de Easy Home Test Bloedgroep en de Test-Point Bloedgroep Test verkrijgbaar bij de apotheek en drogist.

De test bepaalt zowel de bloedgroep als de rhesus factor. Middels 4 druppeltjes bloed wordt de test op een testkaart gedaan. Als de test is uitgevoerd kan de testkaart (met de meegeleverde plakfolie) als een codicil in de portemonnee worden meegedragen. De methode van bepalen is vergelijkbaar zoals deze gedaan wordt in de professionele laboratoria. Dat betekent dat over de gehele wereld iedere medicus de test kan aflezen.

Alle zelftesten van Imhotep Medical Products voldoen aan alle wettelijke eisen, zijn CE gecertificeerd en vergelijkbaar met de testen die door professionele laboratoria worden gebruikt. Andere testen uit het Easy Home Test en Test-Point assortiment zijn o.a. cholesterol, ziekte van Pfeiffer, syfilis en menopauze, mannelijke vruchtbaarheid, allergie, ovulatie en zwangerschap. Het principe achter deze testen is dat er op een eenvoudige en laagdrempelige manier inzicht verkregen kan worden of er iets aan de hand is of niet.
Voor uitgebreide informatie over deze testen kan men terecht op de website >www.easyhometest.eu en >www.test-point.nl

Wednesday, March 07, 2007

Gezamenlijke aanpak pijnbestrijding ziekenhuizen en Univé

Het Medisch Centrum Alkmaar, Westfriesgasthuis, Gemini Ziekenhuis en Univé Zorgverzekeringen ondertekenen op woensdag 7 maart de Overeenkomst Regionale Pijnbestrijding. Deze ondertekening is het startschot voor een unieke gezamenlijke aanpak van pijnbestrijding in de regio Noord-Holland Noord. De bestaande multidisciplinaire aanpak van pijnbestrijding wordt dankzij de samenwerking verbreed en verdiept en er zal in de regio een gemeenschappelijk - hoger - niveau van zorg komen. Daarnaast is het terugdringen van de wachttijden een belangrijk aandachtspunt.

Het geven van adequate pijnbestrijding is het terrein van anesthesiologen: medisch specialisten die zich bezig houden met de gedeeltelijke verdoving of algehele narcose van patiënten tijdens operaties, maar ook met gespecialiseerde vormen van pijnbestrijding. Een voorbeeld hiervan is pijnbestrijding bij kanker. Anesthesiologen werken hierbij nauw samen met internisten, chirurgen, radiotherapeuten, neurologen en revalidatieartsen, alsook met paramedici zoals fysiotherapeuten en psychologen. Voor dit soort gespecialiseerde pijnbestrijding bestaan momenteel wachtlijsten. Univé Zorgverzekeringen financiert gedurende twee jaar twee extra anesthesiologen om deze wachttijden te verkorten en om de bestaande multidisciplinaire aanpak op een hoger niveau te brengen.

Concreet van start
Nu de overeenkomst is ondertekend, starten dr. M.H. Hovingh, voormalig lid van de Raad van Bestuur van het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO (Centraal BegeleidingsOrgaan), en dr. A.P.E. Vielvoye-Kerkmeer, internationaal bekend op het gebied van pijnbestrijding, met het opstellen van een plan van aanpak. Als het project na twee jaar positief wordt beoordeeld door de partners en Univé, zal er gekeken worden naar structurele financiering. Univé is zeer actief betrokken en noemt de samenwerking tussen de drie regionale ziekenhuizen uniek. Jan Stenger, directeur Zorgbeleid Univé Zorgverzekeringen: 'Er is veel te winnen op dit terrein en door samen te werken kunnen meer patiënten profiteren van effectievere bestrijding van chronische pijnklachten. Dit betekent voor velen dat zij weer kunnen genieten van het leven.' Anke Meijs, lid Raad van Bestuur van MCA benadrukt namens de drie ziekenhuizen dat de samenwerking tussen de ziekenhuizen uniek is. Maar ook de samenwerking met andere zorgaanbieders licht zij speciaal toe: 'Pijn heeft een enorme invloed op iemands leven. Daarom is goede en snelle pijnbestrijding zo belangrijk. De patiënt heeft veel baat bij goede afspraken tussen de ziekenhuizen, maar ook met huisartsen, verpleeghuizen en anderen. Ook willen we werken aan betere kennisoverdracht over dit onderwerp, zodat patiënten sneller de juiste zorg krijgen.'

Thursday, March 01, 2007

Panel verwacht toename voorschrijven door verpleegkundigen

Voorschrijfbevoegdheid voor bepaalde groepen verpleegkundigen

Bepaalde groepen verpleegkundigen zullen door een aanpassing van de Wet BIG de bevoegdheid kunnen krijgen medicijnen voor te schrijven.Verpleegkundigen vinden dit een goede zaak. Eén op de drie verwacht dat verpleegkundigen de komende jaren vaker medicijnen gaan voorschrijven, zo blijkt uit een onderzoek in het Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden.

Duidelijk voorschrijfbeleid
In de praktijk schrijven verpleegkundigen nu al recepten uit, al dan niet in opdracht van de arts. Er waren tot nu toe geen recente gegevens over hoe vaak dit gebeurt. Onderzoek in het Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden van NIVEL, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), en het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) wijst nu uit dat zeven van de tien teams van verpleegkundigen nooit medicijnen voorschrijven. In algemene ziekenhuizen gebeurt dit veel vaker: in ongeveer tweederde van de teams schrijven verpleegkundigen wel eens een recept uit. Dertig procent van de verpleegkundigen in deze ziekenhuizen geeft aan dat de verpleegkundigen dit ook op eigen initiatief doen. Waarbij de arts vrijwel altijd achteraf om toestemming wordt gevraagd. Volgens eenderde van de verpleegkundigen is dit een formaliteit en toetst de arts dit niet achteraf. Ondanks dat er meestal geen regels zijn vastgelegd over het voorschrijven van medicijnen, ervaren verpleegkundigen geen onduidelijkheden in het voorschrijfbeleid.

Bevoegdheid
Het onderzoek werd gehouden in december 2006. Wettelijk gezien was het voorschrijven van geneesmiddelen tot voor kort een handeling die was voorbehouden aan artsen, tandartsen en verloskundigen.
Inmiddels is er nieuwe wetgeving rond het voorschrijven van geneesmiddelen: op 6 februari heeft de Eerste Kamer de nieuwe Geneesmiddelenwet aangenomen. Daarmee wordt het voorschrijven van geneesmiddelen een voorbehouden handeling in de Wet BIG. De voorbehouden handeling regelt onder meer dat gespecialiseerd verpleegkundigen op termijn en binnen bepaalde voorwaarden zelfstandig geneesmiddelen mogen voorschrijven bij gediagnosticeerde patiënten. De invoering van dit onderdeel van de wet BIG hangt af van ministeriële regelingen, die nog worden ontworpen. Het voorschrijven van geneesmiddelen door gespecialiseerd verpleegkundigen kan hiermee per specialisatie geregeld worden.
De in de praktijk ontstane situatie waarin verpleegkundigen steeds vaker medicijnen voorschrijven krijgt hiermee eindelijk een wettelijke basis. Het wordt mogelijk deze verpleegkundigen gericht op te leiden en farmacotherapie te verankeren in de vervolgopleiding.

Gerichte vervolgopleiding
Een verpleegkundige met een basisopleiding mag geen medicijnen voorschrijven. Alleen aangewezen categorieën verpleegkundigen met een gerichte vervolgopleiding, krijgen deze bevoegdheid. Daarnaast krijgen ook wettelijk erkende verpleegkundig specialisten (met een masteropleiding) de bevoegdheid tot het voorschrijven van medicijnen. Voor hen werkt het ministerie aan een aparte regeling.
Voor alle verpleegkundigen geldt: wanneer zij bij ministeriële regeling zijn aangewezen om medicijnen voor te schrijven én ze zijn deskundig en bekwaam, dan kunnen zij gebruik maken van de bevoegdheid om geneesmiddelen voor te schrijven. De kwaliteit van de zorg is dan niet in het geding en de veiligheid van de patiënt kan worden gegarandeerd.

Het Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden bestaat uit 400 verpleegkundigen en 300 verzorgenden. De verpleegkundigen zijn werkzaam in de algemene ziekenhuizen, de psychiatrie, de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap en de thuiszorg. De verzorgenden zijn werkzaam in verpleeghuizen, verzorgingshuizen, en de thuiszorg. Het panel is een project van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en het NIVEL.
Zie ook www.levv.nl/panelvenv, www.venvn.nl/panelvenv of www.nivel.nl/panelvenv

Tuesday, February 27, 2007

ActiZ stuurt brief aan nieuwe bewindslieden 'Groei en differentiatie bepalen de agenda in de zorg'

'Groei van de vraag om zorg en differentiatie in het aanbod bepalen de agenda van de toekomst' Dat schrijft ActiZ, organisatie van zorgondernemers, in een brief aan de nieuwe bewindslieden op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de ministers Ab Klink en André Rouvoet en staatssecretaris Jet Bussemaker. De brief haakt in op het voornemen van het kabinet om in de eerste honderd dagen van de nieuwe regeerperiode in gesprek te gaan met maatschappelijke actoren over de uitwerking van het regeerakkoord.

Met het 'startdocument' wil ActiZ een voorzet geven voor de dialoog tussen kabinet en maatschappelijke organisaties. De brief schetst de belangrijkste ontwikkelingen in de zorg zoals de invoering van de marktwerking (WMO), de versterking van de positie van de cliënt en de transformatie van grootschalige extramurale zorg naar kleinschalige zorg dichtbij en zorg thuis. Bovendien haakt ActiZ aan bij thema's in het regeerakkoord, waaronder het wijk- en buurtbeleid, ontbureaucratisering in de zorg en de totstandkoming van Centra voor Jeugd en Gezin. Ook onderwerpen als knelpunten op de arbeidsmarkt, ICT in de zorg en de randvoorwaarden voor ondernemerschap verdienen volgens ActiZ een plaats op de agenda. 'Het regeerakkoord legt ambitie, enthousiasme en het streven naar draagvlak in de samenleving bloot. Het zijn grondtonen die ons als muziek in de oren klinken', aldus de brief die een 'eerste aanzet' wil zijn voor het beoogde gesprek in de komende honderd dagen.

ActiZ
ActiZ is de brancheorganisatie van circa 520 zorgondernemers. Haar leden bewegen zich in de markt van zorg, wonen, welzijn, preventie en aanverwante diensten. Met een jaarlijkse omzet van circa 12 miljard euro en 400.000 werknemers behoort de branche tot de grootste economische sectoren van ons land.

De brief aan de bewindslieden is via de link www.actiz.nl/pers/view.do?contentElement.identifier.identifierId=104805 in te zien.

Thursday, February 22, 2007

Inventarisatie SP: WMO leidt tot verschraling zorg

Gemeenten maken zich grote zorgen over de toereikendheid van de beschikbare WMO-budgetten en staren zich steeds vaker blind op de prijsstelling. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de zorg. Deze signalen komen binnen bij de SP, dat onderzoek doet naar de effecten van de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Tweede-Kamerlid Agnes Kant: 'Bij de aanbestedingen door de gemeenten ontstaat een tunnelvisie op de prijsstelling, waardoor de kwaliteit van de zorg ernstig wordt bedreigd. In sommige gemeenten worden zelfs schoonmaakbedrijven ingezet. Er wordt volgens de melders ook massaal met indicatiestellingen gemarchandeerd.' Het lijkt er op dat duizenden thuishulpen A en B op korte termijn ontslagen zullen worden omdat zij plaats moeten ruimen voor de goedkopere alpha-hulpen.

In oktober 2006 is de SP een landelijk meldpunt gestart om de gevolgen van de WMO in de praktijk direct te kunnen volgen. Vier maanden later zijn er 240 meldingen binnen en zijn door SP-afdelingen 58 enquêtes gehouden hun eigen gemeenten. De eerste resultaten lijken erg op de conclusies van het Zweedse parlementair onderzoek naar een veel eerder ingevoerde WMO-achtige regeling. Die leidde tot verschraling van de zorg en veel rechtszaken.

Er komen bij de SP zeer sterke signalen en berichten binnen dat nogal wat gemeenten massaal kiezen voor goedkopere hulp en/of de indicaties daarop afstellen. Ook binnen de instellingen zelf vindt verschuiving plaats. Waar nu 6 op de 10 mensen professionele thuiszorg krijgen, gaat dit op sommige plaatsen naar 1 op de 10. Uit tientallen gemeenten komen hierover berichten.

De indicatiestellingen zijn in 2007 flink aangescherpt. Dat geldt voor de kwaliteit van zorg door het omschakelen naar alpha-hulp en het terugschroeven van het aantal uren zorg. Steeds meer thuiszorginstellingen (zoals Internos uit Zwijndrecht) maken hier melding van. Zorggebruikers melden problemen met de indicatiestelling. Deze is te traag, gaat per computer en er wordt een 'beslisboom' gebruikt waarmee men al snel uitkomt op de keuze voor een alphahulp.

Ondertussen bezuinigen thuiszorginstellingen op personeel, wordt de werkdruk opgeschroefd, er worden minder vaste contracten vergeven, verlof wordt moeilijker, er is minder geld voor scholing en loon.

Initiatiefnemer van het onderzoek Agnes Kant: 'De professionaliteit van de thuiszorg dreigt razendsnel te worden uitgehold. Een rechtstreeks gevolg van de ingevoerde marktwerking. Als deze basiszorg wordt afgebroken, gaat dat ten koste van mensen die thuis willen blijven wonen, ze zullen sneller in een instelling terecht komen. Terwijl in het regeerakkoord meer kleinschaligheid en inbedding in de wijk wordt bepleit. De marktwerking moet uit de WMO en er moeten voldoende middelen komen om iedereen de zorg te kunnen geven die nodig is.'

Het rapport: www.sp.nl/nieuws/nwsoverz/div/0702wmoinuitvoering.pdf

Tuesday, February 13, 2007

Transparantie omtrent kwaliteit verschilt sterk per ziekenhuis

Patiënten kunnen alleen een afgewogen keuze maken voor een zorgverlener, als deze transparant is. Ziekenhuizen zijn over het algemeen redelijk transparant met betrekking tot gegevens over de kwaliteit van zorg die zij leveren. Het gemiddelde transparantiepercentage is 75%. Academische ziekenhuizen zijn het minst open (65%). Het meest transparant zijn topklinische ziekenhuizen (80%). Algemene ziekenhuizen scoren gemiddeld op openheid van gegevens.

Transparantiescores per ziekenhuis zijn te vinden op www.independer.nl en zijn gebaseerd op eigen onderzoek van MediQuest. Positieve uitschieters zijn Ziekenhuis Rivierenland te Tiel (95%), Medisch Centrum Leeuwarden (95%) en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen (93%).
Het UMC Utrecht blijft achter met een transparantiepercentage van 51%.

Het transparantiepercentage is gebaseerd op het aantal aangeleverde gegevens voor de prestatieindicatoren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de aandoeningspecifieke onderzoeken van de Consumentenbond die zijn uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS.

Hoewel ieder ziekenhuis verplicht is gegevens aan te leveren voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg kan niet ieder ziekenhuis de gevraagde gegevens aanleveren. Met name de indicatoren over acuut myocard infarct leveren problemen op. Daarnaast worden de zogenaamde ziekenhuisbrede indicatoren, zoals indicatoren over bloedtransfusies of wondinfecties minder volledig beantwoord.

Ziekenhuizen zijn terughoudend in het aanleveren van gegevens voor de onderzoeken van de Consumentenbond. Wellicht komt dat omdat het geen verplichting is voor de ziekenhuizen, dit in tegenstelling tot het aanleveren van gegevens voor de Inspectie. Er is wel een stijgende lijn te zien in het aantal ziekenhuizen dat meewerkt aan de onderzoeken van de Consumentenbond. De eerste onderzoeken hadden een respons van ongeveer 45%. De meest recente onderzoeken hadden een respons van minimaal 70%.

NZa: Consument betaalt te hoog tarief: Tarief orthodontisten verlaagd met 29%

De NZa wil de tarieven van orthodontisten met 29% verlagen. Onderzoek wijst uit dat er jarenlang te hoge tarieven zijn gehanteerd, waardoor consumenten onnodig veel betalen. De NZa is van plan de tarieven tussen nu en 2009 in vier etappes terug te brengen naar het gewenste niveau. De eerste etappe is een tariefsverlaging van 2,5% per 1 juli 2007. De NZa geeft de orthodontisten en betrokken tandartsen de gelegenheid om te reageren voor wordt overgegaan tot een definitief besluit.

Consumenten betalen te hoge tarieven voor orthodontie. Dat blijkt uit een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van de beroepsgroep dat in 2006 in opdracht van de NZa is uitgevoerd. De tarieven van orthodontisten staan al jaren ter discussie. Vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek is in 2005 een eerste korting van 8% ingevoerd. Sindsdien zijn de tarieven voor orthodontisten bevroren. Dat wil zeggen dat de jaarlijkse inflatiecorrectie niet is doorgevoerd. Met het huidige voorstel komt de totale korting op 29%

De besparing voor de consument bedraagt vanaf 2009 naar verwachting circa 25 miljoen euro per jaar. Zo zal een behandeling met uitneembare beugel die nu 1100,- kost in 2009 nog circa Euro 900,- kosten.

Tegelijkertijd wil de NZa ook de tarieven van orthodontieverrichtingen bij de tandarts omlaag brengen. Voor tandartsen zullen dezelfde tarieven gaan gelden als voor orthodontisten. De korting pakt voor tandartsen gemiddeld iets groter uit, omdat zij momenteel hogere tarieven rekenen dan orthodontisten. Tot voor kort bestonden er tarieven per beroepsgroep, maar sinds de inwerkingtreding van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) geldt een tarief per geleverde zorg. De NZa acht het onterecht dat tandartsen een hoger tarief kunnen hanteren voor dezelfde verrichting.

Het voornemen sluit aan bij de rol en bevoegdheden van de nieuwe NZa als toezichthouder op de zorgmarkt. De belangen van de consument staan centraal bij dit voornemen. In de komende jaren zal de NZa ook de andere beroepsgroepen en bijbehorende tarieven in de zorg structureel onder de loep nemen. Over de tarieven van orthodontie bestond allang discussie, daarom pakt de NZa deze tarieven als eerste aan. Orthodontie zit met name voor jeugd meestal in het aanvullend pakket en voor consumenten alleen in bijzondere gevallen in de basisverzekering. Dat betekent dat consumenten veelal zelf de kosten van orthodontie betalen.

De NZa legt het voornemen vandaag voor aan de orthodontisten en tandartsen. Zij kunnen reageren op de plannen voor de NZa overgaat tot een definitief besluit. Ook de zorgverzekeraars en consumentenorganisaties worden in de komende periode geconsulteerd.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Annemiek van der Laan op telefoonnummer 030 296 8358 of 06 46 72 60 72

Internet
www.nza.nl

Monday, February 12, 2007

KiesBeter.nl start met zorg in de buurt

Consumenten kunnen vanaf vandaag ook informatie over apothekers, diëtisten en eerstelijns psychologen vinden op de website www.kiesbeter.nl. Vandaag is de nieuwe keuzesite 'Zorg in de Buurt' van kiesBeter.nl officieel gepresenteerd tijdens het congres 'Landelijk Overleg Versterking Eerstelijn' (LOVE).

Voor het eerst is er een compleet overzicht van apothekers, diëtisten en eerstelijns psychologen op internet beschikbaar. KiesBeter.nl maakt duidelijk welke zorgverleners er in de buurt zijn, waar ze zijn gevestigd en wat ze te bieden hebben. De informatie zal op termijn worden uitgebreid met objectieve kwaliteitsinformatie en ervaringen van patiënten.

Bij wijze van pilot bevat de website ook gegevens van huisartsen in Zoetermeer. De huisartsen in heel Nederland en overige groepen eerstelijns zorgverleners volgen in de loop van dit jaar.

Deze deelsite is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de diverse beroepsverenigingen, het Nivel, Zorgbelangorganisaties, de LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) en de NPCF (Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie). Het uiteindelijke doel is het bieden van keuze-informatie (etalage-informatie, kwaliteitsinformatie en ervaringsinformatie uit patiëntenperspectief) over de gehele eerstelijnszorg voor de consument.

KiesBeter.nl
Het RIVM ontwikkelt kiesBeter.nl in nauwe samenwerking met vele andere organisaties, die zowel de aanbieders (bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzekeraars) als de vragers vertegenwoordigen (patiënten en consumenten). Opdrachtgever is het Ministerie van VWS. De website biedt onafhankelijke informatie over zorg en gezondheid, die de consument in staat stelt keuzes te maken. Op de site kunnen zorgpolissen, maar ook ziekenhuizen en andere instellingen met elkaar worden vergeleken. KiesBeter.nl geeft antwoord op vragen zoals: Wat houdt mijn aandoening in? Wat voor behandelingen zijn mogelijk? Waar kan ik daarvoor terecht? Moet ik bijbetalen voor mijn behandeling of medicijnen? Of wat zijn mijn rechten als er een medische fout is gemaakt?

www.kiesbeter.nl

Saturday, February 10, 2007

Verpleegkundigen gaan geneesmiddelen voorschrijven

Op 6 februari 2007 heeft de Eerste Kamer de Geneesmiddelenwet aangenomen. In deze wet wordt onder meer geregeld dat bepaalde categorieën verpleegkundigen geneesmiddelen mogen voorschrijven. Hiermee krijgt de in de praktijk ontstane situatie eindelijk een wettelijke basis. Bepaalde groepen verpleegkundigen nemen immers taken van artsen over, zoals het voorschrijven van geneesmiddelen. Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) is dan ook verheugd dat ook leden van de Eerste Kamer heeft ingestemd met de inwerkingtreding van de nieuwe Geneesmiddelenwet.

Formalisering noodzakelijk
Marian Kaljouw, voorzitter van V&VN, beroepsvereniging van zorgprofessionals: 'Verpleegkundigen zijn betrokken bij alle schakels in de keten rond de geneesmiddelenvoorziening: ze spelen een cruciale bij het voorschrijven, toedienen en terhandstellen van medicijnen, het monitoren van de effecten en bijwerkingen, en het stimuleren van therapietrouw. Wij zijn blij met het formaliseren van onze positie in de wet.' De heer Hamel (lid Eerste Kamer voor de PVDA): 'Het is een logisch gevolg van de rol die verpleegkundigen in bepaalde delen van de zorg nu al vervullen. Op dit moment wil deze ontbrekende schakel nog wel eens leiden tot een weinig op de patiënt afgestemde zorg.'.

Bevoegdheid leidt tot ontwikkeling
V&VN (en haar voorganger de AVVV) pleit er al geruime tijd voor om de positie van verpleegkundigen bij de toediening van geneesmiddelen te formaliseren. Sinds jaar en dag schrijven groepen verpleegkundigen geneesmiddelen voor, zonder dat zij bevoegd zijn. De deskundigheid hiervoor hebben ze vaak gedurende hun jarenlange praktijkervaring opgebouwd. Door het formaliseren van het voorschrijven wordt het mogelijk om in de opleidingen van verpleegkundigen gerichte aandacht te geven aan dit onderwerp.

Zorgvuldigheid gewaarborgd
Bij het voorschrijven van geneesmiddelen door verpleegkundigen zijn kwaliteit en veiligheid van belang. Naast de algemene voorschrijfbevoegdheid zijn aanvullende eisen opgenomen in de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Deze eisen zijn:
- gespecialiseerde verpleegkundigen schrijven uitsluitend voor bij patiënten die reeds zijn gediagnosticeerd;
- gespecialiseerde verpleegkundigen schrijven uitsluitend voor op basis van medische protocollen en standaarden.
Daarnaast gelden de algemene eisen van de Wet BIG. Verpleegkundigen zijn deskundig (goed opgeleid) en bekwaam (ervan overtuigd dat ze de bevoegdheid en deskundigheid op de juiste wijze kunnen inzetten) en nemen de professionele standaard die geldt binnen de beroepsgroep in acht.

Ministeriële regeling
De Geneesmiddelenwet maakt de weg vrij om verpleegkundigen, die beschikken over een aanvullende opleiding de voorschrijfbevoegdheid te geven binnen hun deskundigheidsgebied. De daadwerkelijke aanwijzing van categorieën verpleegkundigen vindt plaats bij ministeriële regeling.

Saturday, February 03, 2007

250 euro voor mantelzorgers eerste stap naar redelijke vergoeding

Bunnik, 2 februari 2007, het kabinet heeft vandaag definitief ingestemd met een regeling waarbij mantelzorgers een jaarlijkse financiële waardering krijgen van 250 euro. Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg ijvert al jaren voor een vergoeding voor mantelzorgers. Ze is derhalve blij met deze vorm van erkenning van de grote groep mensen die intensief en langdurig voor een ander zorgen. Mantelzorgers besparen de samenleving veel geld en derven niet zelden zelf inkomsten als gevolg van hun grote onbetaalde inzet voor thuiswonende chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevende ouderen.

De regeling gaat ervan uit dat mantelzorgers in aanmerking komen voor 250 euro als zij zorgen voor iemand met een indicatie voor extramurale AWBZ-zorg van zes maanden of langer. De verwachting is dat hiermee een grote groep mantelzorgers wordt bereikt. Toch blijven er nog veel mantelzorgers over die zelf alle zorg verlenen en geen beroep(kunnen) doen op AWBZ-zorg. Mezzo vindt dat ook deze mantelzorgers in aanmerking moeten kunnen komen voor de regeling.

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat mantelzorgers gemiddeld 617 euro uitgeven voor de hulp die ze verlenen (voor mantelzorgers die lang en intensief zorgen is dit 1117 euro). In totaal gaat het om circa 830 miljoen op jaarbasis. Mezzo is dan ook van mening dat de waarderingsbijdrage niet als alibi mag fungeren om geen werk te maken van verdergaande vergoedingsregelingen voor mantelzorgers. Daarnaast moeten de andere vormen van ondersteuning worden uitgebreid zoals respijtzorg, praktische hulp en het vergemakkelijken van het combineren van mantelzorg met een betaalde baan.
Mezzo heeft CDA, PvdA en de Christen Unie gevraagd om dit vast te leggen in het regeerakkoord. Mezzo heeft bovendien de Tweede Kamer opgeroepen om op 6 februari bij de begrotingsbehandeling VWS in te stemmen met een amendement (Van Vendrik e.a). Dit amendement beoogt nu al de middelen voor mantelzorgondersteuning(door gemeenten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning)uit te breiden.

Saturday, January 27, 2007

Inspectie voor de Gezondheidszorg: Bloedsuikermetingen ziekenhuizen niet altijd betrouwbaar

Inspectie: Bloedsuikermetingen in ziekenhuizen niet altijd betrouwbaar

De Inspectie voor de Gezondheidzorg heeft vandaag aan alle ziekenhuizen gevraagd extra maatregelen te treffen om de bloedsuikermetingen van patiënten zo betrouwbaar mogelijk te laten verlopen.

Aanleiding voor deze waarschuwing is dat de inspectie van ziekenhuizen diverse meldingen heeft ontvangen over apparaten waarmee bloedsuiker aan het bed wordt gemeten. Deze apparaten gaven forse afwijkingen tussen de gemeten bloedsuikerwaarde en de werkelijke, in het laboratorium gemeten waarde. Vaak was sprake van een hogere gemeten waarde dan in werkelijkheid het geval was. Dit leidde dan tot het geven van meer insuline dan nodig was, met in enkele gevallen als resultaat een ernstige hypoglycaemie (te lage bloedsuikerspiegel).

De Nederlandse Verenging voor Klinische Chemie adviseert in ieder geval bij de afname van bloed de hygiënische richtlijnen te volgen en voldoende bloed af te nemen om de meting goed te kunnen uitvoeren.

Naast de waarschuwing aan de ziekenhuizen stelt de inspectie ook zelf een onderzoek in naar de kwaliteit van de bloedsuikermeters. Het gaat hierbij over apparatuur van verschillende fabrikanten.

In december 2006 heeft de inspectie aandacht gevraagd voor een softwarefout in bloedsuikermeters, die kan optreden als de batterijspanning tijdelijk wordt onderbroken.
Dit gaat vooral om thuisgebruikers en die bloedsuikermeters zijn geen onderwerp van dit bericht.

Geen run op zelftest bij opname in basisverzekering

In de tweede kamer heerste deze week de discussie of preventieve zorg onderdeel zou moet worden van de basisverzekering. Volgens de consumentenbond en de koepelorganisatie van artsen, de KNMG, zouden er in de basisverzekering vergoedingen opgenomen moeten worden voor preventieve zorg zoals gezondheidstests. Zou de opname van zelftests daadwerkelijk preventief kunnen werken, en bestaat er een daadwerkelijke behoefte aan deze tests?
Onderzoekbureau MarketResponse onderzocht hoe Nederlanders tegenover het gebruik van zelftests staan om daarmee te kunnen bekijken hoe effectief het zou zijn dergelijke tests in de basisverzekering op te nemen. Voor dit doel ondervroegen zij een representatieve steekproef van ruim 500 Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Resultaten
Uit dit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de ondervraagde personen (47%) positief tegenover medische zelftests staat; 21% staat hier negatief tegenover en 30% geeft een neutraal antwoord, 20% van de Nederlanders heeft wel eens een medische zelftest uitgevoerd, waarbij het opviel dat vooral vijftigplussers en vrouwen gebruik maken van dergelijke tests. De meest populaire tests zijn: bloeddrukmetingen, cholesteroltests en tests van de nierfunctie (naar aanleiding van een actie van de Nierstichting). Gebruikers van dergelijke tests geven aan dat zij voor een zelftest kiezen vanwege het gemak (20%) en omdat zij de behoefte hebben zelf de gezondheid in de gaten te houden (18%). Drie op de tien gebruikers van zelftests hebben de uitslag van de test laten controleren door een arts en bij 15% is er sprake geweest van een behandeling of advies naar aanleiding van de uitslag.

De kans dat consumenten massaal aan de zelftest gaan is niet heel groot, uit het onderzoek blijkt dat zowel gebruikers van zelftests als niet-gebruikers verschillende redenen hebben om een test bij een medicus uit te laten voeren in plaats van een zelftest te gebruiken.
De belangrijkste reden om voor een medicus te kiezen is het hogere vertrouwen dat mensen hebben in de door een arts gestelde diagnose dan het vertrouwen in de uitslag van een zelftest (genoemd door 37% van de gebruikers en 56% van de niet-gebruikers). Een andere belangrijke reden om toch de dokter te bezoeken voor een test is de mogelijkheid van de arts om advies te geven over eventueel noodzakelijke behandeling of vervolgacties (genoemd door 20% van de gebruikers en 26% van de niet-gebruikers).

Op basis van dit onderzoek kan men concluderen dat er geen massale behoefte is aan de vergoeding van zelftests door de basisverzekering. Het blijkt dat Nederlanders zelftests vooral gebruiken uit nieuwsgierigheid, om regelmatig hun gezondheid te monitoren en om te bepalen of doktersbezoek noodzakelijk is. Echter, het lijkt erop dat mensen toch liever naar een medicus gaan als zij het idee hebben dat er echt iets aan de hand kan zijn.
Hierdoor vinden tests om te bepalen of iemand een ziekte als bijvoorbeeld Pfeiffer, HIV of hepatitis heeft vinden, zowel onder de gebruikers als de niet gebruikers, ook weinig draagvlak.

Methode
Het onderzoek is uitgevoerd met gebruikmaking van telefonische interviews en opgenomen in een omnibus, binnen het panel van MarketResponse: De Onderzoek Groep. Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 10 januari tot 17 januari 2007, onder een representatieve steekproef van 502 Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Contact:
Wolter Kloosterboer (W.Kloosterboer@marketresponse.nl ), tel: 033-3303220
Leo van Doorn (L.van.Doorn@marketresponse.nl), tel: 033-3303333
bron: MarketResponse BV

Wednesday, January 24, 2007

Menzis en patiëntenorganisaties intensiveren samenwerking

Menzis, Zorgbelang Gelderland, Zorgbelang Groningen en het Regionale Patiënten en Consumenten Platform Twente ondertekenden gisteren een convenant waarmee zij hun samenwerking continueren en intensiveren. Door de samenwerking kunnen patiënten en consumenten hun wensen en ervaringen in de zorg beter kenbaar maken zodat Menzis de zorginkoop hierop kan afstemmen. Nieuw in het convenant is de ombudsfunctie die Menzis op verzoek van de patiëntenorganisaties zal invullen.

Menzis werkt al enkele jaren samen met de diverse regionale patiënten/consumentenplatforms, bijvoorbeeld tijdens de meldweken over de Basisverzekering en voor mensen met een chronische ziekte. Ervaringen van patiënten met diabeteszorg hebben bijvoorbeeld geleid tot andere inkoopafspraken van Menzis met huisartsen. Bovendien deden de patiëntenorganisaties aanbevelingen om de dienstverlening van Menzis te verbeteren. Bijvoorbeeld door verzekerden op de hoogte te houden van de status van hun machtiging. Cees van Iperen, voorzitter Zorgbelang Groningen: 'We hebben bij de zorgverzekeraar in de keuken kunnen kijken en zijn op verschillende niveaus de dialoog aangegaan. Dit leidt ertoe dat de wens van de patiënt steeds beter wordt gehoord.'

Ombudsfunctie
Menzis vertaalt de aanbevelingen van consumenten en patiënten zoveel mogelijk in beleid. Zo wordt dit jaar op verzoek van de patiënten en consumenten een ombudsfunctie ingevuld. 'Deze man of vrouw moet ervoor zorgen dat verzekerden met hun ervaringen in de zorg terecht kunnen bij Menzis', aldus Roger van Boxtel,
bestuursvoorzitter van Menzis. 'De aanbevelingen die hieruit voortkomen zullen door Menzis vertaald worden in beleid. Dat bewijzen we ook door patiëntengroepen bij de zorginkoop aan tafel uit te nodigen.'
Een voorbeeld hiervan is de pilot met regionale Zorgbelangorganisaties, de landelijke vereniging voor Spierziekten, de Federatie Kankerpatiënten Nederland en de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF). Het doel is om gezamenlijk het inkoopbeleid van Menzis te ontwikkelen. Begin 2007 gaan enkele vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen daadwerkelijk met de inkopers mee naar de ziekenhuizen. Dankzij de constructieve samenwerking wordt de zorg voor en dienstverlening aan patiënten steeds verder verbeterd.

Investeren in zorg
Menzis kiest voor investeren in de kwaliteit van de zorg, boven prijsconcurrentie. Volgens Roger van Boxtel is dat waar de klanten om vragen: 'Op het moment dat mensen zorg nodig hebben, willen ze de beste zorg voor een goede prijs. Ze willen de garantie dat de kwaliteit van de zorg goed is. Verzekerden van Menzis hoeven zich daarover geen zorgen te maken, omdat we nauw samenwerken met patiënten- en consumentenorganisaties waardoor we goed op de hoogte zijn van de zorgwensen en zorgbehoeften van patiënten. Met die wetenschap maken wij goede afspraken met zorgverleners over de kwaliteit, toegankelijkheid en beschikbaarheid. Bovendien stimuleren we vernieuwingsprojecten en vragen we verzekerden naar hun ervaringen met de ontvangen zorg. Dát noemen wij investeren in de zorg!'

Monday, January 22, 2007

ActiZ over misbruik AWBZ-gelden thuiszorg

ActiZ steunt roep politiek om transparantie en toezicht in thuiszorg

Regels voor goed bestuur, een transparante bedrijfsstructuur en het leveren van verantwoorde zorg zijn essentiële voorwaarden om de marktwerking in de thuiszorg te laten slagen. Ook spreekt het voor zich dat gemeenten en zorgkantoren toezicht kunnen (en moeten) houden op ondernemingen die thuiszorgdiensten leveren. Dat stelt ActiZ, organisatie van zorgondernemers, in reactie op de berichtgeving in de Volkskrant over misstanden rond faillissementen in de thuiszorg. ActiZ vertegenwoordigt zo'n tweederde van de aanbieders in de thuiszorg in ons land.

In de Volkskrant werd zaterdag jongstleden bericht over mismanagement en misbruik van voorgeschoten AWBZ-gelden, waaruit de thuiszorg wordt gefinancierd. Alhoewel de krant zelf schrijft dat dergelijke misstanden 'niet beeldbepalend voor de branche zijn, waarin de meeste ondernemingen te goeder trouw handelen', betreurt directeurvoorzitter Mariëlle Rompa van ActiZ de beeldvorming die door dit soort wangedrag toch ontstaat.
'De organisaties waarover de Volkskrant schrijft, zijn geen lid van ActiZ. Maar dat is een schrale troost. Iedereen die elke dag aan de slag gaat om goede thuiszorg te leveren, krijgt een knauw wanneer dit soort berichten over onze branche verschijnen. Ik ben ervan overtuigd dat dit soort 'cowboys', zoals de krant ze noemt, een betreurenswaardig maar marginaal verschijnsel vormen. Fatsoen moet je doen. Dat geldt ook in onze branche. Wie dat niet als norm aanvaardt, mag wat mij betreft hard aangepakt worden.'

Sleutelwoorden
Transparantie, toezicht, regels voor goed bestuur ('governance') en kwaliteitskeurmerken zijn voor ActiZ sleutelwoorden om een goed speelveld voor marktwerking in de thuiszorg te borgen. Rompa: 'Wij bestaan van gemeenschapsgeld. Dat vraagt om gedegen en open verantwoording. Niet alleen onze dienstverlening, maar ook de opzet van onze bedrijfsprocessen moeten daarom van hoge kwaliteit zijn. Wij willen van harte meewerken en waar mogelijk voorop lopen in het ontwikkelen van richtlijnen waardoor wij dit kunnen realiseren.' Volgens Rompa is ook een belangrijke rol weggelegd voor de zorgkantoren.
Onlangs bleek uit een onderzoek van Zorg Consult Nederland dat zorgkantoren geen eenduidig beeld van handelen geven. 'Goed toezicht is voor de fatsoenlijke ondernemers in de thuiszorg van groot belang. We hebben ons imago niet alleen in eigen hand. Een sterke toezichthouder kan helpen voorkomen dat een hele branche in een kwaad daglicht komt te staan door de ontsporingen van een enkeling.'

NZa
Binnenkort verschijnt een onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), waarin de besteding van AWBZ-gelden onder de loep wordt genomen. Rompa: 'Ik heb vertrouwen in de uitkomst en ben er van overtuigd dat de NZa tot de conclusie komt dat er over de hele linie sprake is van een goede besteding van deze gelden. De marktwerking in de thuiszorg is een feit. Laten we verbeteren wat verbeterd kan en moet worden.'

Thursday, January 18, 2007

Nieuw zelfstandig behandelcentrum voor volledige oogzorg

Amsterdam, 18 januari 2007- Op maandag 15 januari heeft het zelfstandig behandelcentrum (ZBC) Parkstad Oogzorg haar deuren geopend. Parkstad Oogzorg gaat onder leiding van oogarts Rolf Zandbergen alle vormen van oogzorg aanbieden, in het pand van de Parkstad-Kliniek in Amsterdam-West. Hierbij gaat het zowel om verzekerde als om onverzekerde zorg. Dit betekent dat de huisartsen van Amsterdam patiënten met
oogproblemen rechtstreeks kunnen doorverwijzen. Maar het betekent ook dat in Parkstad Oogzorg mensen terecht kunnen die middels refractiechirurgie van hun bril of contactlenzen willen worden verlost.
Zandbergen heeft een jarenlange ervaring opgebouwd in de oogheelkundige maatschap van het Bovenij Ziekenhuis in Amsterdam.

Over de locatiekeuze voor zijn ZBC zegt Zandbergen: 'De huisartsen van de Parkstad Kliniek staan sinds jaar en dag bekend om de kwaliteit van hun behandelcentrum. Het is een praktijk waarin kleine chirurgische verrichtingen worden gedaan. Voorbeelden zijn wratten verwijderen, ingegroeide teennagels herstellen of besnijdenissen en sterilisaties uitvoeren. Het aanbieden van oogzorg past uitstekend bij de doelstelling van de Parkstad Kliniek om primaire zorg effectief en laagdrempelig aan te bieden.

Volgens Zandbergen is het een voordeel voor de patiënt om deze oogzorg buiten de ziekenhuismuren tot zijn beschikking te hebben. 'Mensen die snel hulp nodig hebben, kunnen hier efficiënt worden geholpen volgens de hoogste kwaliteitsstandaarden', zegt hij. 'De huisartsen kunnen in de nabije toekomst inloggen op het systeem van Parkstad Oogzorg en kunnen dus direct een afspraak voor de patiënt maken, terwijl die op consult is. De Parkstad kliniek Oogzorg zorgt voor korte lijnen en er is geen sprake van wachtlijsten. De patiënten krijgen hier de persoonlijke aandacht die ze verdienen.'

Parkstad Kliniek Oogzorg
Burgemeester Roëllstraat 24-26
1046 BP Amsterdam
Tel. (020) 536 37 00

Monday, January 15, 2007

Fusie fondsenwervende Verenigingen Bartiméus en Sonneheerdt

Fusie fondsenwervende organisaties
Verenigingen Bartiméus en Sonneheerdt bundelen krachten

Doorn - De Vereniging Bartiméus en de Vereniging Sonneheerdt zijn per 1 januari 2007 gefuseerd. De 'nieuwe' Vereniging Bartiméus Sonneheerdt kan nog effectiever en nog meer projecten financieren voor mensen met een visuele beperking.
Het mag uniek genoemd worden dat twee fondsenwervende organisaties fuseren.

De fusie is een logisch vervolg op de fusie een jaar geleden van de werkmaatschappijen Bartiméus en Sonneheerdt in de Stichting Bartiméus Sonneheerdt.
Vereniging Bartiméus en Vereniging Sonneheerdt waren - los van elkaar - met de uitvoerende stichtingen verbonden. 'Het is dus een logische stap dat beide verenigingen nu ook samengaan,' zegt directeur Carla Aalderink van Vereniging Bartiméus Sonneheerdt. 'Samen zijn we sterker,' vervolgt ze. 'De nieuwe Vereniging kan efficiënter werken en bovendien projecten financieren die het totale veld bestrijken van onderwijs, zorg, dienstverlening, opleiding en arbeid.

'Naast relatief kleine projecten als de financiering van tandems of aangepast
spelmateriaal, financiert de Vereniging ook omvangrijke projecten als 'Dynamisch braille leren'. In dit project wordt een educatief computerprogramma ontwikkeld waarmee blinde en slechtziende kinderen zo vroeg mogelijk braille leren lezen, op school of thuis. Dit is belangrijk omdat de kinderen daardoor beter mee kunnen doen in de huidige kennismaatschappij.

Vereniging Bartiméus Sonneheerdt
De Vereniging Bartiméus Sonneheerdt werft en beheert fondsen om de positie van
blinde en slechtziende mensen te verbeteren. Zij doet dat voor een belangrijk deel door het mogelijk maken van projecten en activiteiten die niet (nog) met overheidsmiddelen worden gefinancierd. De Vereniging steunt ook wetenschappelijk onderzoek en internationale projecten.
Deze projecten en activiteiten zijn hard nodig en zonder giften van particulieren en bedrijven niet mogelijk. De Vereniging Bartiméus Sonneheerdt prijst zich dan ook zeer gelukkig met de steun van tienduizenden donateurs.

Monday, January 08, 2007

Nederlands eerste ANTI-DIEET programma

Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking wil afvallen, een overgrote meerderheid begint aan het zoveelste dieet. Wat de 'dieet goeroes' gemakkelijk weglaten uit hun bestsellers is dat dieet eerder de start is van een vicieuze cirkel en het jo-jo effect.
Oorzaak hiervan is dat diëten voor de meeste mensen minder eten betekent, en dat zorgt vaak voor een tekort aan calorieopname. Als we te weinig energie binnen krijgen, dan gaat ons lichaam de energie ergens anders vandaan halen, nl van onze spieren, we gaan als het ware spierweefsel verbruiken, en dat zijn nu juist de verbrandingsmotoren van ons lichaam.

'Overgewicht is een gevolg van een leefstijl en kan ook alleen met leefstijl effectief aangepakt worden. We hebben geleerd om op een bepaalde manier te leven en te denken, en zonder die leefstijl structureel aan te pakken blijven we middeltjes zoeken in het jo-jo effect, elk jaar weer opnieuw', aldus John van Heel, schrijver van het Leefstijl Plan, het eerste Anti Dieet programma van Nederland.

Op www.nationaalgezondheidsplan.nl is het plan gratis te downloaden, in het nieuwsbericht op de site. Het plan biedt 4 stappen, inzicht, kennis, actie en resultaat, een stappenplan om het eigen gedrag te vormen. Van Heel legt uit; 'als we in onze jonge jaren geleerd hebben om weinig te bewegen en ongezond te eten, dan is het van belang dat we een duidelijk beeld hebben van wat we willen en ook effectieve actie ondernemen, gedragsmatig, maar ook als ondersteuning mentaal en waar mogelijk sociaal. Het leefstijl plan biedt daarvoor een gemakkelijk stappenplan'.
Iedereen kan overigens gratis een persoonlijke leefstijl website aanvragen, waar je leefstijl-, gezondheid- en BMI analyse kan doen, een beweeg monitor kan bijhouden voor jezelf en zelfs leefstijl cursussen kan volgen.
Kijk op www.nationaalgezondheidsplan.nl

Presentatie Groenboek Belweek Roze Ouderen aan staatssecretaris Ross. 'Ouderenzorg moet homovriendelijker'

Op dinsdag 9 januari ontvangt staatssecretaris van VWS Clémence Ross-van Dorp het Groenboek Belweek Roze Ouderen. Ze krijgt dit rapport uit handen van Henk Krol (hoofdredacteur Gay Krant Magazine) en Liane Wubbels (directeur ANBO voor 50-plussers).
Het rapport is het resultaat van de Belweek Roze Ouderen die exact drie maanden geleden werd gehouden.

Tijdens de belweek (9 - 13 oktober 2006) konden homo en lesbische ouderen hun wensen en behoeften op het gebied van zorg, welzijn en wonen kenbaar maken. De signalen van de roze ouderen vormen de basis voor het groenboek. Meer dan 250 roze ouderen hebben aan de belweek meegedaan. De belweek is een initiatief van ANBO voor 50-plussers, COC Nederland, MOVISIE Lesbisch en Homobeleid en Schorer.

Homovriendelijker
Het leef- en werkklimaat binnen de ouderenzorg moet homovriendelijker, zo stellen de initiatiefnemers in het rapport. Een belangrijke rol zien zij weggelegd voor zorgkoepels als ActiZ en Aedes. Instellingen zouden aan kwaliteitseisen moeten voldoen die homovriendelijkheid moeten waarborgen. Er zijn concrete klachten geuit door bewoners van zorginstellingen en familieleden over een aantal verpleeg- en verzorgingshuizen.
Homoseksuele bewoners voelen zich achtergesteld of onheus bejegend. Een 51-jarige man vertelde over zijn ervaringen: 'Toen mijn vriend naar het verpleeghuis moest, werd hij door medebewoners uitgescholden. Hij wilde toen op de vrouwenafdeling wonen, maar dat ging ook niet.' Uiteindelijk voelde de man zich gedwongen zijn vriend weer in huis te nemen en hem tot diens dood zelf te verzorgen.

Zorgen om toekomstige zorg
De meerderheid van de roze ouderen hebben weinig vertrouwen in de zorg van de toekomst. Men vreest dat zorgverleners homo-onvriendelijk zijn of kennis over homoseksualiteit missen. Roze ouderen willen om die reden zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Zij denken dat zij hun privacy daardoor langer en beter kunnen behouden.
De organisaties pleiten voor intensievere voorlichting over homoseksualiteit op alle opleidingen voor verpleegkundigen en verzorgenden. Toekomstige professionals in de zorg worden zo beter voorbereid op het werken met roze ouderen.

Eenzaamheid
Uit het onderzoek blijkt ook dat oudere homoseksuelen zich eenzaam voelen. Met name mensen van wie de partner is overleden en mensen met een recente coming-out voelen zich geïsoleerd. Er bestaat grote behoefte aan ontmoetingsmogelijkheden, zoals een dagcafé of een seniorenclub. Een telefooncirkel kan uitkomst bieden voor roze ouderen in kleinere woonplaatsen.

Belweek Roze Ouderen
Nooit eerder is op deze schaal de behoefte van roze ouderen over zorg, welzijn en wonen in kaart gebracht. Wel is de afgelopen jaren geregeld aandacht gevraagd voor de positie van homoseksuele en lesbische ouderen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de positie van deze groep te wensen overlaat. Recente basisgegevens voor de ontwikkeling van projecten en het formuleren van beleidsaanbevelingen ontbreken echter. De ANBO voor 50-plussers, COC Nederland, MOVISIE Lesbisch en Homobeleid en Schorer hebben daarom gezamenlijk een project ontwikkeld om de situatie in wonen, zorg en welzijn voor roze ouderen te verbeteren. De Belweek is daarvan de eerste voorzet.

Het volledige rapport is te vinden op www.rozeouderen.nl

Saturday, January 06, 2007

Uitgebreide zorgverzekeringen nu ook voor chronisch zieken beschikbaar

Chronisch zieke mensen kunnen voortaan ook kiezen welke (uitgebreide) zorgverzekering ze willen afsluiten.Tot op heden was het erg lastig om een passende verzekering te vinden waarvoor deze mensen direct werden geaccepteerd. Daardoor dachten velen dat ze niet konden overstappen.

Independer heeft samen met de Stichting Hoofd Hart en Vaten (SHHV) een nieuwe vergelijking van zorgverzekeringen opgesteld. Mensen die niet helemaal gezond zijn, zoals hart- en vaatpatiënten, kunnen vanaf nu op de site www.independer.nl bij het maken van een vergelijking opgeven welke aandoening ze hebben. Vervolgens krijgen ze een advies ten aanzien van de dekking. Dit advies is samen met de SHHV opgesteld en sluit aan bij hun dekkingsbehoefte. Uiteraard kan dit advies aan de persoonlijke situatie worden aangepast.
Vervolgens wordt er een vergelijking gemaakt van alle zorgverzekeringen. Alleen (uitgebreide) aanvullende zorgverzekeringen waarvoor geen medische selectie geldt, worden in het zoekresultaat getoond. Independer heeft voor deze selectie gebruik gemaakt van de acceptatievoorwaarden van alle verzekeraars. Patiënten krijgen dus alleen die passende verzekeringen te zien, die ze zeker en direct kunnen afsluiten.

De SHHV spreekt van een belangrijke doorbraak voor haar achterban. Chronisch zieken hebben vaak een uitgebreide aanvullende verzekering nodig, maar krijgen dan te maken met de medische selectie van verzekeraars. Belangrijk is bijvoorbeeld een ruime dekking voor de vergoeding van geneesmiddelen. Binnen de basisverzekering worden alleen geneesmiddelen vergoed die op de zogenaamde GVS-lijst van de overheid staan. Dat is een door de overheid vastgestelde lijst met medicijnen, die door zorgverzekeraars moet worden vergoed. Plavix is één van de geneesmiddelen die niet op deze lijst staat. Dit medicijn wordt ondermeer voorgeschreven voor patiënten die zijn gedotterd. Als patiënten dit geneesmiddel vergoed willen hebben, kan dit alleen via een aanvullende verzekering.
Helaas zijn er maar een paar verzekeraars die uitgebreide geneesmiddelenvergoeding in hun pakket hebben opgenomen, zonder dat er sprake is van medische selectie.

Zowel voor de Stichting Hoofd Hart en Vaten als voor Independer is deze samenwerking nieuw. Beide organisaties zijn heel benieuwd of de samenwerking succesvol is en of de leden tevreden zijn over het resultaat. In de zich snel ontwikkelende zorgmarkt met producten voor verschillende doelgroepen kan dit een mooie opstap zijn voor maatwerk in de volgende jaren.

Naast de speciale adviesroute voor hart- en vaatpatiënten heeft Independer voor diverse patiëntenverenigingen collectieve aanbiedingen toegevoegd van onder meer Agis, Zorg en Zekerheid, Fortis ASR en CZ. Als bezoekers aangeven lid te zijn van bijvoorbeeld de Diabetes Vereniging Nederland, de Reuma- of Astmapatiëntenbond, worden de kortingen direct meegenomen in de vergelijking.

Tuesday, January 02, 2007

Alle Zorgverzekeringen op een rij voor 2007

Onderstaand treft u een schema met alle prijzen voor de zorgverzekeringen 2007 in Nederland.
Klik op de afbeelding om een vergroting te zien van de prijzen van deze zorgverzekeringen.

Alle Zorgverzekeringen op een rij voor 2007